Restaurantgids Iens is sinds deze week niet alleen te raadplegen via internet, maar ook per telefoon.
Stel, je bent in een onbekende stad en je zoekt een leuk restaurant. Dan kan de nieuwe dienst van de restaurantgids uitkomst bieden. 0900-metIENS werkt op basis van spraakherkenning. Je geeft aan in welke plaats, wijk je een restaurant zoekt. Vervolgens maak je een keuze uit een soort keuken (Frans, Italiaans etcetera). Aan de hand van deze voorkeuren krijgt je een advies waar je óf het beste óf voor de laagste prijs kunt eten. Ook is het mogelijk de omschrijving in de restaurantgids, op basis van de ervaringen van 50.000 proevers, te horen.
Het telefoongesprek kost 80 eurocent per minuut. Volgens Iens duurt een zoektocht naar een restaurant een minuut. Zestz nam de proef op de som en kwam voor een eerste keer algauw op drie à vier keer minuten uit, waarbij de optie om de omschrijving in de restaurantgids af te luisteren werd overgeslagen. Je moet heel duidelijk spreken, anders wordt je antwoord niet herkend. Als je je restaurant hebt gevonden, kan Iens je daarmee doorverbinden. Dat is wel weer handig.

0900-metIENS, 0900-6384367

Chefkok Yolanda van der Jagt kreeg gisteren tijdens KunsthalKOOKT het eerste exemplaar van haar kookboek Lekker Hollands uitgereikt.
Het is een veelgehoorde verzuchting van – pak ’m beet – een Italiëvakantieganger: ‘Wat jammer dat die heerlijke Italiaanse tomaten en andere groenten niet in Nederland verkrijgbaar zijn.’ Eenmaal terug zullen weinigen de Hollandse groenten en andere producten met enthousiasme in het boodschappenmandje leggen.
Maar chefkok Yolanda van der Jagt verging het anders. Na vier jaar in het buitenland te hebben gewerkt (onder andere bij Chez Panisse en River Cafe) geniet ze weer van oer-Hollandse producten én gerechten. ‘Niets heerlijkers dan langzaam gestoofde rode kool met appeltjes in de winter of de eerste nieuwe haring in de lente,’ schrijft ze in het kookboek Lekker Hollands dat ze samen met Job Franken maakte.
Van der Jagt gaat voor top ingrediënten, waarbij er het liefst zo weinig mogelijk tijd zit tussen het moment van oogsten of productie en het gebruik ervan. Want groenten die bijvoorbeeld van koelcel naar koelcel verhuizen om weken later, na een lange reis, op het aanrecht van de consument te belanden – dat komt de kwaliteit ervan niet ten goede, vertelt de chefkok aan Zestz. Ze kookt dan ook het liefst met seizoensgroenten.
Die liefde voor (liefst biologische) groenten zie je terug in Lekker Hollands. Gegrilde witlof met spekjesvinaigrette, geroosterde hutspot met witte bonen, gestoofde prei met anijszaadjes, preisoep met Zeeuwse oesters… Van der Jagt geeft de Hollandse keuken met soms één niet voor de hand liggend ingrediënt of een andere bereidingswijze een nieuw gezicht én smaak. Een soort herinterpretatie van de Nederlandse keuken dus.
Soms blijft ze echter bij de basis, zoals bij ‘ouderwets’ lekkere rode kool, soms ook ‘vertaalt’ ze een buitenlandse klassieker naar onze eigen keuken, bijvoorbeeld spaghetti met posteleinpesto. Maar het zijn altijd oer-Hollandse producten die ze in de meer dan honderd recepten in haar boek verwerkt. Moeilijk te bereiden zijn ze overigens niet en je hebt vaak niet meer dan vijf tot zeven ingrediënten per gerecht nodig.
Aandacht heeft de auteur ook voor bijvoorbeeld haar leveranciers (tja, wel fijne reclame voor de betrokkenen!), voor grillen (zo blijft de smaak behouden en krijgen ingrediënten een ‘heerlijk krokant korstje’), voor smaakzin (train jezelf daarin door ingrediënten rauw te proeven) en asperges (een aspergemenu sluit je op de klassieke manier af met een aardbeiendessert).
Het boek heeft een harde kaft en is overzichtelijk vormgegeven. Bovendien wordt van elk recept een foto afgebeeld. De liefde waarmee deze uitgave is gemaakt blijkt ook uit het kleinste detail: drie(!) leeslinten in de kleuren van de Nederlandse vlag.
Dat Lekker Hollands tijdens KunsthalKOOKT (nog t/m zondag 1 oktober in Rotterdam) is uitgereikt, mag geen verrassing heten. Het boek hoort thuis op dit festival met oer-Hollandse producten in de hoofdrol. En op dat culinaire erfgoed mogen we best trots zijn. Yolanda van der Jagt geeft ons met haar boek een duwtje in de goede richting.

Lekker Hollands. Yolanda van der Jagt en Job Franken. Mo’Media. € 29,95

Het nieuwe funshoppen is boodschappen doen op de markt en in kleine winkeltjes. En niet in de supermarkt.
Die boodschap verkondigde culinaire trendwatcher Anneke Ammerlaan gisteren tijdens een korte presentatie in de KunsthalKOOKT (nog t/m zondag 1 oktober in Rotterdam). Deze ontwikkeling komt voort uit Slow Food (’de internationale beweging ter verdediging van het recht op genieten van goed eten en drinken’). ‘Slow’ staat hier niet voor langzaam, maar voor aandacht, aldus Ammerlaan. Daarbij hoort ook ‘slow’ boodschappen doen: op de markt en in kleine winkeltjes. ‘Kwaliteit staat hierbij boven kwantiteit.’
We willen het leven eenvoudiger maken (‘slow convenience’), aldus de culinaire trendwatcher. Door naar de markt te gaan beperken we ons tot seizoensproducten. Daardoor hoeven we uit een minder groot aanbod een keuze te maken. Bovendien richten we ons op pure smaken, waardoor sowieso minder ingrediënten voor een gerecht nodig zijn. De ’slow’ smaak is gericht op onder andere eenvoud, de regio, dagvers, het seizoen en biodiversiteit.
De supermarkten zullen dan ook gaan veranderen, denkt Ammerlaan. Er komt misschien een nieuw soort supermarkt met meer aandacht voor goede ingrediënten. Ammerlaan legde een link met de opkomende trend in de mode: slow fashion. In plaats van verschillende goedkope kledingstukken te kopen bij winkels als H&M, sparen mensen nu voor één mooi kledingstuk.
Vanuit het publiek in de KunsthalKOOKT kwam de vraag waar je zulke mooie foodproducten dan kan vinden. Maar dat is nu juist een onderdeel van het funshoppen, meent Ammerlaan. Op zoek gaan naar die adresjes en die vervolgens met elkaar uitwisselen.

Liefhebbers van Zeeuwse mosselen kunnen vanaf november bij de betere viswinkel terecht voor een mosselkroket.
Bedenker van deze snack is kok Gerard de Groot van restaurant De Bruiloft in Vianen. De kroket bestaat uit een ragout met een kwart mosselvlees van de Zeeuwse ‘hangcultuur’, bleekselderij, tijm en enkele ingrediënten die nog geheim blijven. Dat meldt Het Parool.
De Groot had ook een mosselbitterbal gemaakt, maar het testteam koos voor de kroket. Die laatste is vanaf 1 november verkrijgbaar bij de betere viswinkel. Voor de horeca zullen grootverpakkingen worden verzorgd.

Vandaag opent de film ‘Ober’ van Alex van Warmerdam het 26ste Nederlands Film Festival in Utrecht.
De vijftigjarige ober Edgar heeft genoeg van zijn miserabele bestaan. Hij wil geen lastige klanten meer. Hij wil van zijn vrouw af. Hij wil een nieuwe vriendin. Hij wil nieuwe buren. En er is maar één persoon die hem kan helpen: de schrijver van de film die hem heeft geschapen. Kan hij Edgars leven niet wat aangenamer maken? Vervolgens ontrafelt zich een Warmerdamiaanse film waarin de nieuwe rol van Edgar toch niet gelukkig blijkt te maken.
In de film spelen veel scènes zich af in het restaurant. Eten speelt dan ook een belangrijke rol in Warmerdams films, constateerde culinair journaliste Janneke Vreugdenhil onlangs in haar interview met de filmmaker in NRC Next. Warmerdam: ‘Tafelscènes zijn dramaturgisch gezien ideaal. Je zet een aantal personages aan tafel en er ontstaat vanzelf een dialoog.’
Nog een constatering van Vreugdenhil: het eten in de films is erg Hollands, met archaïsche gerechten als zure zult, niertjes en stokvis. ‘Soms gebruik ik eten om een karakter uit te diepen,’ licht Warmerdam toe. En soms laat hij zijn personages voedsel aan elkaar opdringen. Eten als machtsmiddel? vraagt Vreugdenhil. ‘Macht is nu eenmaal een van de thema’s uit mijn werk.’
Maar een echte culinaire film maken? Nee, daar wil Warmerdam juist van af. ‘Ik heb het gehad met dat eten. Je kunt in Ober zien dat het geen rol meer speelt. Niet in het intermenselijke verkeer althans.’ Dus komen er geen ‘vergeten gerechten’ als vlees, aardappels en boontjes in voor. Desondanks denkt hij nog terug aan een fragment voor de film: een Japanner die boerenkool eet met stokjes. Maar de scene ‘haalde de vaart eruit en is gesneuveld’.

Ober, vanaf 28 september in de bioscoop

Op 5 oktober kan de ‘stadsmens’ in Paradiso (Amsterdam) terecht voor een Centraal Koe-Examen, inclusief een zesgangendiner.
Het heeft veel weg van een 1-aprilgrap, maar het is bloedserieus en mét een vette knipoog. ‘De kennis van mensen over de herkomst van eten holt achteruit,’ licht mede-initiatiefnemer Igor Sorke van culinair communicatiebureau Mister Kitchen toe. ‘Maar men is wel zeer geïnteresseerd. Kijk naar het succes van tv-programma’s als Keuringsdienst van Waarde en Klootwijk aan Zee. Omdat wij meer een theatrale achtergrond hebben, willen we in Paradiso de “stadse mensen” meer inkijk geven in wat men eet. Met als trotse metafoor “De Koe”.’
En dus organiseren Chef Valentijn en de eerder genoemde Mister Kitchen een Centraal Koe-Examen. Dit festijn begint met een kort examen – zo word je als bezoeker meteen geconfronteerd met eventuele hiaten in je kennis over wat je eet. Maar geen nood. De hele avond krijg je informatie over eten voorgeschoteld, inclusief een flinke dosis theater. Met live worsten draaien en met snoepjes die smaken naar draadjesvlees. Met videofragmenten, testjes en interviews met onder anderen een boer, slager, diervoederdeskundige en een ‘manager Vlees’ van C1000.
Het theaterachtige aspect blijkt ook uit de ‘metafoor’ die in levende lijve op het podium zal schitteren: een circuskoe uit de stal van Boltini.
Tussen de bedrijven door krijgen de deelnemers op examenstoeltjes met tafelleuning hun diner uitgeserveerd. Elk van de zes gangen wordt volgens de organisatie op een bijzonder manier gebracht door Chef Valentijn.

Centraal Koe-Examen, 5 oktober. Paradiso, Amsterdam. Aanvang 20.00 uur, deur open 19.30 uur. Kaarten (incl. diner) à 35 euro, alleen verkrijgbaar in de voorverkoop bij het AUB en alle Ticketservice punten. Ook via Ticketservice.nl.

Voor wild kun je niet alleen terecht bij de poelier, maar ook bij het Nationale Park De Hoge Veluwe.
De Hoge Veluwe verkoopt pakketten roodwild (edelhert) en zwartwild (wild zwijn). Van beide wildsoorten en van het moefloen zijn ook stoofpotjes verkrijgbaar. Het vlees is afkomstig van dieren die in het Park, omwille van een natuurlijk evenwicht, worden afgeschoten.
Voorheen verkocht het Nationale Park het vlees aan restaurants in Nederland, maar sinds 2005 wordt het vlees rechtstreeks aan de consument aangeboden.

Het vlees is hier te bestellen.

Vandaag wordt aan de burgemeester van Amsterdam, Job Cohen, het eerste doosje Amsterdam koekjes aangeboden.
Na Bossche bollen, Limburgse vlaaien, Utrechtse spritsen is het dan zover… Amsterdam heeft z’n eigen koekje. Bedenker is Jeroen Daelmans van Banketbakkerij Daelmans. Het zijn brosse roomboterkoekjes in de vorm van een Amsterdams grachtenpand.
Het koekje moet buitenlanders erop wijzen dat ‘Nederland meer is dan tulpen, klompen en molens’, zei Daelmans onlangs in Het Parool. En ‘als ze meer willen weten over Nederland, kunnen ze ook terecht op mijn website. Die staat op de achterkant van de verpakking.’ De mede-eigenaar van de banketbakkerij hoopt dat de bezoeker op de website dan ook iets over zijn stroopwafels zal zien. ‘Het gaat dus om het promoten van de stroopwafel?’ vraagt Het Parool. ‘Dat klopt. Je moet creatief zijn,’ zegt de bedenker van het Amsterdamse koekje.

Zowel Talpa als de initiatiefnemers van ‘Hobbykok van het Jaar’ zijn deze herfst op zoek naar de sublieme hobbykok.
Oudgedienden zijn Smaak en kookschool Keizer Culinair. Voor de derde keer organiseren zij, in samenwerking met de beurs Eten & Genieten, de Hobbykok van het Jaar-wedstrijd.
De opdracht dit jaar is om een gerecht te maken binnen het thema ‘Van couscous tot spruitjes: de grenzeloze Hollandse keuken’. Het gerecht moet in anderhalf uur klaar zijn met de hulp van één assistent, de ingrediënten moeten vooral biologisch zijn en mogen niet meer kosten dan 50 euro.
Hobbykoks kunnen tot 2 oktober hier hun recepten insturen.
Een stap verder gaat nieuwkomer Topkok. In dit Talpa-programma nemen amateurkoks het vanaf 26 oktober tegen elkaar op. De serie wordt gepresenteerd door Caroline Tensen. Samen met Joop Braakhekke en Robert Kranenborg gaat zij op zoek naar de beste amateurkok van Nederland.
In vijf voorrondes strijden per aflevering twee koks tegen elkaar. In een ‘afvalrace’ moet zij elke week een nieuw en origineel gerecht presenteren. Iedere kok dient per gerecht minstens drie dezelfde ingrediënten te gebruiken. Hoe de gerechten er verder uit komen te zien en welke bijzondere of exotische ingrediënten men wil toevoegen, mag iedereen zelf bepalen.
Als extraatje krijgt de kijker van Braakhekke en Kranenborg tips over bijzondere ingrediënten, bijpassende wijnen en handige kooktechnieken.
Meer informatie over Topkok is hier te vinden.

Wageningen Universiteit heeft zaterdagmiddag het wereldrecord insecten eten gevestigd. Maar liefst 1747 mensen, jong en oud, nuttigden een bakje meelwormen. De beestjes waren gebakken met knoflook, peper en zout.
Dit meldt hoogleraar entomologie Marcel Dicke. De mensen die afgelopen zaterdag naar Wageningen kwamen, deden zich na een signaal van de organisatie vervolgens massaal te goed aan de gebakken meelwormen, die in bakjes werden geserveerd. Zelfs kinderen schrokken er niet voor terug.
Voor gefrituurde sprinkhanen stonden bezoekers zelfs in de rij. Als het uit de frituur komt, vinden Nederlanders het lekker, aldus een woordvoerder van de organisatie. Een taartje met meelwormen stond eveneens op het menu.
De geslaagde recordpoging voor het Guiness Book of Records vond plaats tijdens het festival City of Insects in Wageningen. Het festival heeft als doel de mens meer te leren over insecten en hun waarde voor de mensheid.
De stad stond de hele week in het teken van zespotige beesten. Ook restaurants in Wageningen serveerden insecten.
[via Nu.nl]