Wild

Foodtrendwatcher Marjan Ippel voedt Zestz met nieuw foodlingo. Deze week: wild.
We herinneren ons de tijd dat ‘wild’ nog stond voor gevaarlijke brulbeesten in de bushes van Afrika en omstreken. Of anders in ieder geval voor de hazen, patrijzen en zwijnen die niet achter een hekje woonden. Maar nu staat vrijwel de hele wereld achter hekjes en leven wilde zwijnen in ons land van merkzwerfafval. En dus heet het tegenwoordig al ‘wild’ als het eten niet direct traceerbaar uit een pakje of zakje komt. En zelfs strikt vegetarisch is. ‘Wild’ is deze basic terug-tot-de-natuurzomer de meest gewilde term in food: We eten geen borage, maar wilde borage (komkommerkruid). We maken geen soep van brandnetel, maar van in het wild geplukte brandnetel. En we serveren niet zomaar een pesto, maar eentje van wilde paardenbloemen, dito snijbiet, oregano en venkel. Kortom, een wilde pesto. Helemaal wild maken het de stadsbewoners. Zij hebben het over de ‘wilde keuken’ en bedoelen daarmee voedsel geraapt in de ‘wilde stadsnatuur’. Eufemisme voor: langs snelweg, spoorbaan, industrieterrein, luchthaven of koopgoot. Veel wilder moet het niet worden.

Beeld: wilde urban salade van geraapte wilde snijbiet, venkel, kamille, borage, mosterdblad en walnoten (Foto: Talkin’ Food®)

© Zestz 2009

Powered by: Talkin’ Food, je personal foodtrendshopper

Reageer op dit bericht

(C) 2008 Zestz - foodtalk. Powered by WordPress
Entries (RSS) and Comments (RSS) || Design: blueingreen - Uitvoering: Designdok