Papabubble maakt snoep met bedrijfslogo

Het Amsterdamse ‘snoepatelier’ Papabubble maakt ambachtelijk snoep met bedrijfslogo of -naam.
In augustus vorig jaar opende Papabubble in de ‘culinaire’ Haarlemmerstraat in Amsterdam. Voor buitenstaanders lijkt het erop dat de winkel zich met haar homemade snoep op de consument richt, maar niets is minder waar, zo blijkt uit een interview dat Cindy Lammers had met Marieken van den Brink van Papabubble. Een verslag daarvan is te lezen in de zojuist verschenen Adformatie, weekblad voor reclame, marketing en media.
De winkel richt zich óók op binnenwandelende consumenten, maar daarmee red je het niet mee, weet Van den Brink. Het is van begin af aan haar ambitie geweest om ambachtelijk snoepgoed te maken dat bijvoorbeeld kan dienen als relatiemarketingtool, gericht op de zakelijke markt. Met dat plan won ze in 2004 de Marie Claire Starters Award.
De winkel dient als uithangbord voor de zakelijke markt, zegt Van den Brink. En met succes: klanten als L’Oréal, KLM en Sanoma bestellen er lekkers met hun bedrijfslogo of -naam om uit te kunnen delen. Ook maakte het atelier bijvoorbeeld ringen van snoep voor een glossy magazine en de zoetigheid die op de cover van Birgit Schuurmans nieuwste cd ‘Sticky Tales’ te vinden is.
Hoe kwam Van den Brink op het idee? Ze volgde in Barcelona een cursus Spaans met compagnon Dominik Otto en raakte bevriend met twee Australiërs die in de stad een snoepwinkel wilden beginnen. In eerste instantie importeerde Van den Brink het snoepgoed – het lag onder meer bij de Bijenkorf – maar in Barcelona konden ze niet meer aan de grote vraag voldoen. En dus begon de Nederlandse zelf een winkel in Amsterdam. Het is de derde Papabubble ter wereld – Tokyo kent er ook een. Van den Brink: ‘Het is een soort franchise, maar dan met veel mogelijkheden voor eigen inbreng.’
Er werken nu drie snoepmakers, waaronder Otto en zijzelf. Ze kunnen nu bestellingen met een maximum afname van 100 kilo aan. Gezien de drukte zou extra personeel wenselijk zijn, maar het bedrijf zit nog in een opstartfase. Daar moeten ze eerst doorheen komen, zegt Van den Brink.

Leave a Reply